SV | Maar Ik heb Jeruzalem verkoren, dat Mijn Naam daar zou wezen; en Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israel wezen zou. |
WLC | וָאֶבְחַר֙ בִּיר֣וּשָׁלִַ֔ם לִהְיֹ֥ות שְׁמִ֖י שָׁ֑ם וָאֶבְחַ֣ר בְּדָוִ֔יד לִהְיֹ֖ות עַל־עַמִּ֥י יִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | wā’eḇəḥar bîrûšālaim lihəywōṯ šəmî šām wā’eḇəḥar bəḏāwîḏ lihəywōṯ ‘al-‘ammî yiśərā’ēl: |
Maar Ik heb Jeruzalem verkoren, dat Mijn Naam daar zou wezen; en Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israel wezen zou.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar Ik heb Jeruzalem verkoren, dat Mijn Naam daar zou wezen; en Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israel wezen zou.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!